Blog 6 – De overkant

Wij wonen in Waalwijk.
Vanuit hier ligt Andel ‘aan de overkant’.
Hemelsbreed is het vanuit ons huis naar De Voorhof nog geen 12 kilometer.
Maar als je dan op de kaart kijkt, dan ligt daar inderdaad heel duidelijk de Bergsche Maas. De rivier die ‘zand’ van ‘klei’ scheidt.

Ik kan op grofweg op twee manieren naar Andel rijden.
Een feit is dat ik het water over moet, naar de overkant.
Via het Drongelense Veer, ‘het pontje’ of via de Heusdense Brug.
De Heusdense Brug is meestal de snelste optie, ik hoef dan niet op de pont te wachten. Maar het is wel heel wat kilometers om.

In de afgelopen week heeft het naar ‘de overkant’ gaan een diepere dimensie gekregen. Het gaat niet alleen om het letterlijk afleggen van een weg.
Het naar ‘de overkant’ gaan behelst meer.
Het is een sprong in het diepe.

Ook de vraag hoe ik naar de overkant ga, houd mij bezig.
Ga ik voor de snelle route, tik ik alle regelzaken af en houd ik de snelheid erin.
Of ga ik voor de route binnendoor, waarbij is soms even moet wachten, even moet stilstaan, even om mij heen kan kijken.
Van mijzelf ben ik doortastend, een snelle denker, een regeltante.
Maar daarmee loop ik ook het risico om soms te snel te gaan, mijzelf, een ander of God voorbij te lopen.
Gelukkig heb ik veel lieve mensen om mij heen, die mij erop wijzen dat ik niet persé met ‘de brug’ hoef, maar dat ik ook wel eens ‘het pontje’ mag nemen.

Maar ook het pontje kun je (letterlijk en figuurlijk) op meerdere manieren nemen. Pas wees een pastorant mij daarop.
‘Moet je eens opletten’, zei hij. ‘Mensen pakken op het pontje allemaal gelijk hun telefoon. Vrijwel niemand staat stil, vrijwel niemand kijkt om zich heen, vrijwel niemand kijkt naar elkaar’.
Het was mij nog niet eerder opgevallen…
Juist…omdat ik zelf vaak ook dit gedrag vertoon.
De tijd die ik heb wanneer ik wacht op het pontje, of de tijd op het pontje zelf, is tijd waarin ik even snel mijn mail kan checken of beantwoorden. Even snel een telefoontje kan plegen. 

Eigenlijk maakt het dan niet uit of ik de brug of het pontje neem.
Ik ben toch niet bezig met de weg, met het naar de overkant gaan.
Ik ben alleen maar bezig met het doel, de bestemming, mijn werk.
Maar het is goed om er eens op gewezen te worden, dat het niet alleen maar gaat om de het doel, de bestemming.
Het gaat ook om de weg ernaar toe.
Het hier en nu.
Het even stilstaan en wachten.
Even een pas op de plaats.
Even om je heen kijken.

Ik denk dat het ook waardevol in het werk in de kerk is.
Om stil te staan op onze weg naar de overkant.
Soms lopen we elkaar, onszelf en God voorbij.
Door de haast die we hebben, door ons harde werk.
Als iemand van jullie denkt dat ik (letterlijk of figuurlijk) even het pontje moet nemen, wijs mij er dan even op! Andersom zal ik het ook doen…

Eén antwoord op “Blog 6 – De overkant”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *