Blog 46 – Gastbeurten

Het is weer december…
En dan heb ik het niet over Kerst
Daar zou ik mij het liefste mee bezig houden
Maar het is december en dan gaan de preekvoorzieners voorzichtig aan de slag.
Nou ja, voorzichtig…
Er is een ongeschreven regel dat er op 2 januari gebeld kan worden voor het jaar daarna.
Dus op 2 januari 2024 kan er gebeld worden voor het jaar 2025.
Maar ik heb nu al drie preekvoorzieners gehad die voorzichtig vragen of er niet nu al afspraken gemaakt kunnen worden.
Ik kan het die preekvoorzieners niet kwalijk nemen, ik heb groot respect voor preekvoorzieners, ik zie in eigen gemeente al dat dit best een hele klus is. En dan zijn wij een gemeente mét predikant, laat staan als je al je diensten in moet vullen met gastpredikanten.

Als beginnend predikant moet je hier ook je weg in vinden.
Inmiddels werk ik met een kleurtjessysteem.
In mijn eigen preekrooster maak ik zondagen rood (dan mag ik geen dienst aannemen)…
Door schade en schande wijs geworden.
Ik kan slecht ‘nee’ zeggen, maar het is nodig.
Dit maakt dan mijn preekrooster van 2024 er al beter uitziet dan dat van 2023 en van 2022.

Het is weer december…
En ik zit dit jaar in dubio.
Want ik merk steeds vaker dat er verschillende ‘krachten aan mij trekken’.

-Allereerst natuurlijk de preekvoorzieners.
Er zijn in de omgeving (en breder ook) best heel veel gemeentes vacant.
Ik wil graag helpen, maar voor 2025 heb ik bijvoorbeeld maar 20 diensten beschikbaar als gastpredikant. Waarvan maar 6 ochtenddiensten. Die zijn zo vol. En ja, als je als gemeente alleen nog ochtenddiensten hebt, dan moet ik al snel een ‘nee’ verkopen.
Inmiddels heb ik daarom besloten dat ik niet meer naar ‘nieuwe’ gemeentes ga, maar enkel nog naar gemeentes waar ik al een band mee heb opgebouwd.

-Een andere kracht die ik ervaar is uit eigen gemeente.
Niet iedereen begrijpt waarom ik ook nog voorga als gastpredikant.
‘Is Matthea aan het bijbeunen?’ wordt er dan wel eens aan mijn man gevraagd.
Voor het geld hoef je het niet te doen, dat weten veel mensen niet. Er staat 4 uur voor een gastbeurt. Daarvan ben je er al zeker 2 uur kwijt op zondag. En dan heb je nog 2 uur over om een dienst in elkaar te zetten. Ik gebruik meestal een oude dienst, maar ook die moet je nog helemaal aanpassen qua liturgie, je preek herschrijven, opnieuw doorlezen, je gebeden aanpassen aan de context en actualiteit e.d.
Dus nee, ik ben niet aan het bijbeunen. Ik ben bevestigd als predikant, allereerst in Andel, maar ik ben niet in dienst van Andel, ik wordt betaald vanuit de landelijke kerk. Maar ik ervaar ook oprecht dat ik een bredere roeping heb, er zijn soms echt gemeentes die omhoog zitten. En daar kan ik dan lastig ‘nee’ tegen zeggen.

-De laatste kracht die ik ervaar is die uit eigen gezin.
Inmiddels heb ik dus ‘rode zondagen’, zondagen dat ik vrij ben. Maar dat is er slechts één per maand, dat betekent dat die andere zondagen voor mij vaak drukke dagen zijn. En dat vraagt wel iets van ons gezin. Dat heeft invloed op privé-afspraken, verjaardagen, maar ook op gezinsuitjes.
En dan vraag je je soms toch af of je het juiste doet…
Ik voel mij geroepen om andere gemeentes te helpen, maar ik heb thuis ook een roeping.

Alles bij elkaar zit ik dus in dubio…
Waar doe ik goed aan?

Nu klinkt dit misschien als een klaagzang, zo is het niet bedoeld…
Daarom sluit ik af met een leuke anekdote over een gastbeurt afgelopen zondagavond.

Het is zondagavond 10 december
Twee gastbeurten op één dag en tussendoor nog visite, eigenlijk kan dat niet…
Toch gedaan, want dat is ook belangrijk, maar het zorgt voor wat gehaast aan het begin van de avond.
De oudste zou met mij meegaan (dat is ook het leuke van gastbeurten, meestal neem ik dan één van de drie oudsten mee, even één-op-één tijd in de auto), dus samen scheuren we nog even langs mijn werkkamer, om de dienst te printen.
Natuurlijk werkt juist op zo’n moment de printer niet mee, maar uiteindelijk komt er dan toch een stapeltje uitrollen.
‘Hier’, ik druk het stapeltje en mijn preekmap in de handen van de oudste die naast mij zit in de auto. Hij moet eerst mijn preekmap leeghalen, de ochtenddienst eruit en daarna de vers geprinte dienst erin stoppen. In insteekhoesjes, dus steeds twee pagina’s achterstevoren op elkaar.
Het is al 18u geweest en de dienst begint om half 7. Ik rijd, hij stopt de dienst in hoesjes. Maar het is donker buiten, dus hij heeft weinig zicht. Ik rij ondertussen in een aardig tempo door over de dijk, in mijn kleine autootje, dus we hebben beide weinig plek. Door mijn preekmap heb ik te weinig ruimte om te schakelen en door mijn pook heeft hij te weinig ruimte voor de map. Af en toe licht hij bij met zijn telefoon.
Het is een lachwekkend tafereel, we kunnen er beide gelukkig om lachen.
Uiteindelijk zit alles in de map, maar dan zegt hij: ‘Ik weet niet of alles goed zit hoor, ik kan het niet zo goed zien’. Ik begin te lachen, het is wel redelijk essentieel dat alles op de goede volgorde in de map zit. Met het lichtje van zijn telefoon lopen we alles nog even door. De map eindigt met de zegen. Op hoop van zegen dan maar!

Blog 45 – Lieve oma…(2)

Mijn laatste blog heb ik al een hele tijd geleden geschreven.
Mijn oma was net overleden en begraven.
We namen onze jongste (toen nog 3) mee. Ze nam afscheid bij haar ‘oude oma’, ze was erbij op de begrafenis, maar ze heeft er na die dag geen woord mee over gezegd. En wij ook niet, niet dat er niet over gesproken werd of mocht worden, maar het was nooit een gesprek waar zij aan meedeed, het leek geen thema voor haar te zijn. En dat is prima op die leeftijd.

Totdat ze er gisteren opeens over begint tegenover mijn moeder (haar oma).
‘Oude oma’ was heel erg moe en toen heb ik blaadjes gegooid en nu heb ik nog maar één oma, dat ben jij.
Blijkbaar heeft ze het moment van afscheid nemen en het moment van de begrafenis heel bewust meegemaakt en opgeslagen. Blijkbaar realiseert ze zich ook heel goed dat ‘oude oma’ er echt niet meer is en ze nu nog maar één oma heeft.

Vijf maanden lang is het geen thema voor haar geweest, heeft ze er geen woord over gezegd en nu begint ze er uit het niets over. Het is wonderlijk hoe het werkt bij kleine kinderen en afscheid nemen.

Het tegenovergestelde hebben wij ook meegemaakt toen mijn vader overleed en onze zoon dezelfde leeftijd had. Die heeft zeker twee jaar lang volgehouden om elk gebed voor ‘Opa Leo’ te bidden. Wanneer er gevraagd werd waar hij voor wilde bidden, thuis, op school bij de zondagsschool, steevast: ‘Opa Leo’. De juffen op school en de leiding op de zondagsschool vertelden mij toen hoe bijzonder ze dat vonden.
Tot het van de ene op de andere dag ‘over’ was.

Mensen vragen mij wel eens advies, wat ze hun kinderen moeten vertellen, of ze hun kinderen moeten betrekken. Wij zijn altijd heel open geweest, de kinderen zijn overal bij geweest, hebben een rol gehad. En daarna is het afwachten. Je weet niet wat er in die hoofdjes omgaat. Soms duurt het dus maanden voordat je er iets over hoort. Of zomaar ineens is het geen thema meer.

Als predikant probeer ik de (eventueel) aanwezige (klein)kinderen altijd te betrekken. In kleine rituelen, in kleine gesprekjes. Omdat ik zelf heb ervaren dat ze veel aankunnen, dat ze hun eigen weg door afscheid, verlies en rouw gaan. Hun eigen weg met een lach, herinneringen en troost. Maar ook hun eigen weg met vragen, antwoorden en met God.
En daar kun je je soms alleen maar over verwonderen.

Blog 44 – Lieve oma…

Een paar weken geleden stuurde mijn zusje mij het liedje ‘Oma’ van Kinderen voor Kinderen door… ‘Ken je ‘m nog? Hij past wel goed bij oma nu’
Lieve oma
Gekke oma
Lieve lieve gekke oma, je lijkt op mij
Lieve oma
Gekke oma
We kijken om
En we zwaaien allebei

M’n lieve oma, dag lieve oma

Op 22 april overleed mijn lieve oma in de gezegende leeftijd van 94 jaar.
Op 28 april (de zestigste ‘verjaardag’ van mijn vader) werd ze begraven.
Als kind had ik eigenlijk geen bijzonder goede band met mijn oma, dit veranderde toen wij zelf kinderen kregen en ik zag hoe ze daarvan genoot. De band werd sterker na het overlijden van mijn vader. We hebben toen veel steun aan elkaar gehad. Ook realiseerde ik mij dat zij degene is geweest die mijn vader in haar buik heeft gedragen, op heeft zien groeien, dat stukje valt nu weg. En dat maakt mij toch verdrietig, ook al heeft ze een prachtige leeftijd bereikt.

In de afgelopen week kwamen er weer heel veel oude foto’s langs.
Dierbare herinneringen. Opvallend veel foto’s van oma met een taartje.
Aan het einde van de dag zei ik dan ook: ‘oma en papa zijn vast samen een taartje aan het eten op deze bijzondere dag’…

Mijn vader, oma, moeder en onze tweede op zijn 3e verjaardag

Er komen heel veel herinneringen boven, veel oude foto’s, maar ik vond ook nog een heel bijzonder filmpje. Mijn oma dementeerde al jaren, maar had ook verrassend heldere momenten. Zo ook bij mijn bevestigingsdienst en intrededienst. Die heeft ze samen met mijn tante vanuit huis meegekeken.

Oma op 27 maart 2022

Ze heeft voluit meegezongen met de woorden ‘Dat ’s HEEREN zegen op u daal’ en ze sprak nog een filmpje voor mij in. Het filmpje vind ik te intiem om zo in het openbaar te delen, maar de tekst draag ik met mij mee en deel ik graag:

Hallo Matthea,
ik wil eens even iets tegen jou zeggen,
je bent een kleindochter van mij, zoals ik er meer van heb,
maar nu ben je toch in de kerk bevestigd,
en ik als oma ben daar heel, heel trots op…
(effe kijken)
ik hoop dat ik oe toch nog zie, ook al krijg je een drukkere baan,
met da ge oudere moet bezoeken, maar daar hoor ik ook al bij,
maar in ieder geval, ik ben heel dankbaar,
dat ik dit op mijn ouwe dag nog mee mag maken,
doet de rest de groeten, en jij veel succes mee alles,
Oma


Echt ontzettend bijzonder, dat ze dit zo voluit uit kon spreken,
een bijzonder filmpje om nu terug te kunnen kijken.

Lieve oma
Gekke oma
We kijken om
En we zwaaien allebei

M’n lieve oma, dag lieve oma


Blog 43 – Het kind van de dominee

Deze week organiseren we als kerk een avond: ‘Als kinderen andere wegen gaan’.
Wat veel mensen niet weten, is dat dit een thema is wat mijzelf ook bezig houdt…

Wanneer je predikant wordt, betekent dit ook heel wat voor je eigen gezin.
Je moet voor de grap eens googelen op ‘kinderen van de dominee’ en er gaat een wereld open…een documentaire, een boek, krantenartikelen…
En ja, het predikantschap verandert, daardoor ook het leven van een predikantsgezin, maar toch is het iets wat mij bezighoudt.

De predikant waarbij ik belijdenis deed en die ons trouwde, nam ook een heel gezin mee, toen hij het toenmalige beroep in onze gemeente aannam. Met lede ogen werd die situatie bekeken, het is wat voor die kinderen, voor die pubers…

En nu zitten we zelf in die situatie. Onze derde wordt volgende week 10 jaar, dan hebben we opeens drie tieners in huis. Drie tieners in een pastorie. Hoe is dat voor hen?
Nu is onze situatie al heel anders, doordat ik predikant ben, Carlo gewoon een baan heeft en we ons gezin zoveel mogelijk in de luwte houden. Maar tegelijk grijpt het mij ook aan, ik sta volledig achter onze beslissing, maar soms voelt het wel als een offer…

In 2006 werd er een onderzoek naar domineeskinderen gedaan, niet alles is negatief, maar kerkverlating is groter onder domineeskinderen en het geloof in God is ook lager in deze groep.
‘Als kinderen andere wegen gaan’, komt dan opeens heel dichtbij.

Wij zitten nog in de leeftijdsfase dat je afspraken kunt maken over de kerk, catechese en clubwerk. Maar dat betekent niet dat het eenvoudig is. Pas zat ik naast één van de kinderen in de kerk, allebei met stoom uit onze oren. Later hebben Carlo en ik er thuis samen over gesproken, dit kan niet de bedoeling zijn, dit moeten we anders aanpakken.

Al met al valt het finale oordeel uit het onderzoek over het opgroeien in de pastorie voor drie van de vier domineeskinderen positief uit.
Laten we hopen en bidden, dat we zoveel mogelijk een gewoon gezin kunnen zijn, waar je gewoon mag opgroeien, tot wie je bent en tot wie je worden wilt.
Ten diepste ervaar ik met alles in de opvoeding, dat ik het niet zelf in de hand heb, dus ook het stukje geloofsopvoeding niet. Dat geeft ook een bepaalde rust.

Afgelopen zondag zat ik een keer zelf in de kerk, bij ons gezin, naast één van de tieners…
Wat er binnenkomt bij hen, weet ik niet…maar opeens klonk er naast mij een stem toen het Onze Vader werd ingezet. Er werd hardop meegebeden.
Het raakte mij, die oude worden, uit de mond van een tiener…
Dan kun je als moeder alleen maar luisteren en Amen zeggen…

Kijktip: De dochter van de dominee – 2Doc.nl

Blog 42 – Worden wat je wilt

Op de achtergrond hoor ik onze twee dochters meezingen met een liedje van Kinderen voor Kinderen. ‘Jij kan worden, worden wat je wilt. Waarmee maak jij het verschil? Zoveel dingen die je later kunt doen. Vanaf nu tot aan je pensioen. Jij kan worden, worden wat je wil. Waarmee maak jij het verschil? Wat vind je leuk en wat is jouw talent? Je bent echt iets geworden, als je bent wie je bent’

Het lijkt zo’n eenvoudig liedje, maar het raakt mij enorm wanneer ik die meiden het mee hoor zingen. Want zo eenvoudig is het niet. Mijn oma had eigenlijk wel voor de klas gewild, maar ja…ze ging toch maar iets anders doen en kreeg haar ontslag toen ze trouwde. Mijn moeder ‘moest maar naar de huishoudschool’. Ik wilde predikant worden, maar dat kon niet als meisje…

Veel langer geleden, maar niet minder belangrijk, was Anna Maria Schurman de eerste vrouw die colleges mocht volgen op de universiteit. Dankzij haar buurman Gisbertus Voetius, één van de hoogleraren aan de universiteit. Ja, het is dé Voetius, waar het kerkblad uit onze regio naar vernoemd is. Anna Maria volgde onder andere colleges theologie, maar niet in alle openheid, ze zat weggestopt in een nis met een gordijn ervoor om niet voor teveel opstoot te zorgen onder de mannelijke studenten.

Je mag worden, worden wat je wilt.
Wat een voorrecht voor onze dochters.
Dankzij de weg die ik zelf gegaan ben, ben ik mij nog meer bewust van dit voorrecht.
Het ís een voorrecht, maar het is zeker geen vanzelfsprekendheid.

In mijn toga staan de Hebreeuwse woorden: Eshet Chayil.
Het zijn woorden uit Spreuken 31.
Het loflied op de vrouw.
Een deugdelijke vrouw volgens de Statenvertaling (en andere vertalingen).
In nieuwere vertalingen wordt voor een ander woord gekozen.
Een sterke vrouw. Een moedige vrouw. Een dappere vrouw.
Dit is een betere vertaling.

Deze tekst uit Spreuken 31 lijkt een checklist waaraan een vrouw moet voldoen.
Ze staat op als het nog donker is…
De dag van morgen ziet ze lachend tegemoet…
Ze waakt over haar huishouding, niets doen is haar onbekend…
Voor wie mij een beetje kent, weet dat dit allemaal niet direct aan mij besteed is.
Maar Spreuken 31 is geen checklist, het is een lofzang, een ode aan de vrouw.

Ik ben op mijn manier een Eshet Chayil, een sterke vrouw.
En ik heb het vaak nodig om dit weer even te horen, te ervaren te lezen.
Vandaar die woorden in mijn toga, als herinnering.
‘Jij mag worden, worden wat je wil. Daarmee maak jij het verschil’

Meer lezen: Rachel Held Evans, Woman of Valor (part 1) (substack.com)
(Eerbetoon van Nadia Bolz Weber aan Rachel Held Evans die op 37-jarige leeftijd overleed, Rachel Held Evans wierp nieuw licht op deze tekst uit Spreuken 31)

Bronnen:
zijlacht.nl
De deugdzame huisvrouw van Rachel Held Evans

Blog 41 – Een tipje van de toga (deel 2)

Meer dan een jaar geleden schreef ik één van mijn eerste blogs over mijn toga.
Vandaag wil ik letterlijk een tipje van mijn toga oplichten.
Op de foto zie je een Hebreeuwse tekst in de zoom van mijn toga.
Ik zal later deze week de uitleg erbij geven, daar is het nu te laat op de avond voor.
Maar de foto deel ik alvast, op Wereld Vrouwen Dag, dat is alvast figuurlijk een tip(je van de toga).

Blog 40 – Ontwaakt

In december schreef ik een blog over winterslaap.
Ik ben daar door veel mensen over aangesproken.
Nu kan ik u en jou melden dat ik ontwaakt ben.

Toen ik (inmiddels meer dan een jaar geleden) de eerste contacten had met Andel, ben ik een aantal keer zo anoniem mogelijk door Andel gereden.
Die eerste paar keer was het regenachtig en grijs.
Ik reed Andel binnen en het eerste wat ik zag, door de regendruppels heen, was die lelijke ‘De Heus’-fabriek.
Dit moet echt wel roeping zijn, dit had ik nooit uitgekozen…

Op 27 maart 2022 werd ik bevestigd en het was een stralende dag, in alle opzichten.
In de periode daarna heb ik enorm genoten van het dorp.
Over de dijk fietsen, met de wind in mijn haar en de zon op mijn gezicht.
Het hele dorp wat zich naar buiten keert, de gesprekjes op straat.
Pastoraat te voet en op de fiets.
Zwemmen in de maas, buiten eten, buiten leven.

Maar dan wordt het toch weer herfst en winter.
En toen zag ik opeens weer wat ik die eerste keer zag.
Een saai grijs dorp, niemand op straat én die lelijke ‘De Heus’-fabriek.
Hier ben ik naartoe geroepen.

U moet zich over mij geen zorgen maken, ik heb geen last van een winterdepressie.
Ik heb mijn werk in de afgelopen maanden met vreugde gedaan.
Maar ik leef wel enorm op als de zon weer schijnt.
Net als zovelen van ons.
De afgelopen week was het weer zover, ik voel mij ontwaakt uit die winterslaap.
En het dorp met mij.
En ik merk dat ik mijn werk met nóg meer vreugde kan doen.

Volgende week begint de 40-dagentijd, we gaan toeleven naar Pasen.
Het blijft bijzonder om te zien hoe ook de natuur en de seizoenen daarin meedoen.
De hele schepping ontwaakt en getuigt!

Blog 39 – Kerstpreek

Bovenstaande kop stond afgelopen donderdag op de voorpagina van het Nederlands Dagblad. En ik kan alleen maar zeggen dat het voor mij ook geldt.
In mijn hoofd heb ik al zeker 36 kerstpreken geschreven, maar één voor één werden ze afgekeurd, vervangen door een ander of geparkeerd voor volgend jaar (?).

Het is mijn eerste keer dat ik voor mag gaan met Kerst.
Eerder ben ik al eens voorgegaan op Tweede Kerstdag, maar dat is toch anders.
Vorig jaar zou ik met Kerstnacht mogen preken, maar die dienst werd afgezegd vanwege de coronamaatregelen.
Zodoende wordt Kerstochtend 2022 de eerste keer.
En ook nog eens de eerste keer in eigen gemeente.

Ik vind het altijd leuk om thuis een beetje te sparren over mijn preken.
Deze keer vroeg ik aan één van de jongens: ‘Waar zal ik met Kerst eens over preken’.
Het was als een grapje bedoeld, maar hij vatte het erg serieus op.
Het bleef even stil, maar toen zei hij: ‘Ik denk eigenlijk wel dat je over het kerstverhaal moet preken’.

Goed antwoord!
Dit komt ook in het artikel in de krant naar voren. Voor velen is Lucas 2 hét kerstverhaal. Het werkt niet om met Kerst iets anders te doen. Dat is ook niet erg, want het is een rijk verhaal.

Maar er kwam nog een antwoord van zoonlief achteraan:
‘Ik vind eigenlijk wel dat je het ook over de actualiteit moet hebben’.
Dat was ik gelijk met hem eens.
Maar die actualiteit is niet zo mooi en zoetsappig als het kerstverhaal.
Of is het kerstverhaal misschien ook niet zo mooi en zoetsappig?

Mensen horen tijdens deze dagen graag chocomel-preekjes, zegt het artikel.
Maar dat kan ik niet en zal ik dan ook niet doen.
Mijn preek begint en eindigt in de actualiteit.
Juist omdat Kerst pas écht een feest wordt, als je ook eerlijk bent over de duisternis.

Ik worstel nog even verder, graag tot morgenochtend!

Blog 38 – Winterslaap

Elk jaar komt dat moment weer…
Dat moment dat ik de woorden uitspreek:
‘Ik wilde dat ik een beer was en winterslaap mocht houden’.

Deze tijd van het jaar is niet mijn favoriete periode, ik ben dan ook niet op mijn best.
Ik kijk altijd enorm uit naar de lente, naar de zon, de blaadjes die weer aan de bomen groeien, de vogels die weer gaan fluiten, de lammetjes die geboren worden, ga zo maar door…

Maar die herfst en winter…
Het is niet zo dat ik er niet van kan genieten.
Ik geniet van de kaarsjes op tafel, de kachel die brandt, de gordijnen dicht en lekker op de bank met een dekentje en een kop thee.
Maar de ochtenden zijn niet mijn sterkste kant.
En dat is nog zacht uitgedrukt.
Ik heb medelijden met Carlo, want ik ben niet de enige in huis, die een paar maanden per jaar liever een beer zou willen zijn. Elke ochtend doet hij zijn best om iedereen uit bed te trommelen, maar wanneer hij naast het bed van de één staat, valt in het andere bed weer iemand terug in slaap.
Ik geneer mij een beetje terwijl ik het type, maar mooier is het helaas niet. 

Elk jaar brengt John Lewis (een groot warenhuis in Engeland) een kerstspotje uit. Een paar jaar geleden was dat een spotje met als thema het boek ‘The Bear and the Hare’.

Ik ben blij met Carlo, mijn haas.
Ik weet niet of hij zo blij is met mij, zijn beer.

Het spotje raakt mij ook in deze dagen voor Kerst.
We hebben twee jaar lang Kerst in coronatijd achter de rug.
Het voelt als een lange winterslaap.
Weten we nog wat Kerst vieren is?
Weten we nog wat we missen?

En dan bedoel ik natuurlijk niet in de eerste plaats die boom, die pakjes, het eten uit het filmpje.
Maar zijn sommigen van ons niet net als de Beer die niet weet wat Kerst is?
En hebben we dan een haas die ons erbij betrekt?
Die ons wakker schudt uit onze winterslaap!
Kom, je moet erbij zijn dit jaar!
Kom uit je donkere grot en stap in het licht!

Wat doen we met Kerst?
Die vraag moeten we na twee coronajaren weer opnieuw beantwoorden.
Ik hoop dat we voor de mensen om ons heen als de haas mogen zijn, dat we mensen wakker mogen schudden, mee mogen nemen. U en jij bent van harte welkom, ik zie naar u uit!

Blog 37 – Delen?

Het is alweer een maand geleden dat ik een blogje heb geplaatst.
Misschien denkt u, denk jij dat ik het te druk heb om te bloggen.
Dat is niet zozeer het probleem.
Het is ook niet zo dat ik geen ideeën heb, waarover ik zou kunnen schrijven.
Elke dag popt er wel een idee op, waar ik iets mee zou kunnen.

Wat houdt mij dan tegen?
Daar heb ik even over nagedacht.
En er zijn twee belangrijke redenen voor.

1) Ik ontdek steeds meer mensen die mijn blog lezen. Dat is natuurlijk prachtig.
Maar ergens ben ik heel naïef met dit project gestart, vooral voor mijzelf.
Om mijn weg als beginnend predikant vast te leggen en te delen.
Niet volledig realiserende, dat delen ook betekent dat mensen het lezen.
Dat ze zelfs naar mijn blogjes uitkijken.
Nu ik daar meer bewust van wordt, beperkt mij dat soms ook.
Kan ik over dit thema wel schrijven?
Dan houd ik mij bezig met de vraag wat mensen wel niet zullen denken…
In welke huiskamer komt mijn verhaal terecht en wat gebeurd er in de hoofden van mensen…

2) Het tweede wat mij bezig houdt, is mijn rol als predikant.
Wij leven voor ons gevoel zeker niet in een glazen huis.
Tegelijkertijd ben ik hierin soms ook wat naïef en realiseer ik mij pas sinds kort wat mensen allemaal van ons zien, horen en denken. Wij zijn niet gewoon nieuwe inwoners van Andel.
Het is niet zo dat ik daar last van heb, maar het bepaalt mij wel weer bij de vraag wat ik wel of niet wil delen. Wat ik wel of niet moet delen.

De meeste mensen weten inmiddels wel dat ik vrij veel deel.
Ik voel mij daar zelf goed bij en ik merk dat het ook een openheid geeft.
Wanneer ik iets van mijzelf laat zien, durft de ander dat ook.

Toen ik in deze weken nadacht over wat ik nu wel of niet kan of wil delen, moest ik denken aan het koninklijk huis.
Zij houden zelf heel erg de regie in handen. Een paar keer per jaar geven zij zichzelf ‘bloot’. De camera’s zijn welkom en een inkijkje in hun leven en gezin wordt gegeven. Maar dat is het dan ook, dan moeten mensen niet op andere momenten over hun grenzen heen gaan.

Dit voorbeeld past denk ik het beste bij hoe ik aankijk tegen het delen als predikant.
(Niet dat ik ons gezin wil vergelijken met de koninklijke familie, wees gerust!)
Maar hun bewuste keuze inspireert mij wel.
Ik geef best veel, mensen krijgen een inkijkje in ons leven, in ons gezin.
Daardoor voorkom ik denk ik dat we in een glazen huis leven.
Het geeft ons de gelegenheid om op andere momenten ons eigen leven te leven.
Door zelf te geven en te delen, voorkom ik dat mensen zich afvragen wie wij nou eigenlijk zijn, wat we nou eigenlijk doen.

Het blijft zoeken, naar wat ik wel of niet wil delen, dat doe ik steeds in samenspraak met Carlo (en vaak ook met de kinderen). Dit schrijven helpt mij weer even om alles op een rijtje te zetten en verklaard ook waarom er soms radiostilte is.

Tot snel!