Eigenlijk stond deze week in het teken van bezinning.
Maar tegelijk word ik gedwongen om bezig te zijn met iets heel ‘aards’.
Onze jongste heeft namelijk besloten dat ze zindelijk wil worden.
En wanneer dat moment zich aandient, voelt het vreemd om te zeggen:
‘Wacht maar even, mama houdt zich deze week met andere dingen bezig.’
Het zindelijk worden is wel een uitdaging.
Wij zijn ervan overtuigd dat ze het kan en zelf wil ze ook graag.
Het ophouden gaat al heel goed, maar het loslaten is nog spannend.
Ze wacht tot het écht niet langer meer gaat en als ze dan op het potje gaat zitten, zie je aan haar gezichtje dat ze het eigenlijk nóg niet los durft te laten.
Voor mij is deze week ook een ‘lesje loslaten’, op weg naar het predikantschap.
De mensen om mij heen zijn ervan overtuigd dat ik het kan, zij twijfelen niet.
En zelf wil ik het ook graag, ik geloof dat God een vuurtje van verlangen deed ontbranden.
Maar het is wel spannend om het nu allemaal los te laten.
Want er is ook veel om los te laten.
De woonplaats waar ik opgegroeid en zo vertrouwd ben.
Het huis waarin twee van de kinderen geboren zijn.
De basisschool waar de kinderen het zo naar hun zin hebben.
Alle lieve mensen om ons heen, de vriendjes van de kinderen.
Een deel van onze familie waar we zo naartoe kunnen lopen of fietsen.
De gemeente waar we allebei opgegroeid zijn, die ook als familie voelt.
Ik voel me deze week als onze jongste die het tot op het laatste moment vast wil houden. En tegelijk weet ik dat ik het los moet laten, kan laten en wil laten.
Zoals ik tegen onze jongste zeg ‘laat het maar los’, zo voel ik dat God ook tegen mij wil zeggen ‘laat het maar los’.
En zo zorgt deze ‘aardse activiteit’, het zindelijk maken, deze week toch ook voor de bezinning, die ik voor deze week in gedachten had.