Deze twee weken hebben onze oudste drie kinderen meivakantie.
De meest gestelde vraag in de gemeente is: ‘Heb je ook vakantie?’
Omdat ik zelf in de week van 8-15 mei naar Israël ga én pas net begonnen ben, heb ik in deze twee weken geen vakantie. Dat betekent een leuke puzzel voor Carlo en mij. Afgelopen weekend hebben we de puzzel gelegd. Logeerpartijtjes zorgen voor de welkome afwisseling en wij zijn om beurten thuis.
Deze ochtend liep het zo dat ik een logeetje thuis ging brengen in Wijk en Aalburg en onze dochter bij hetzelfde adres op ging halen. Die mocht even mee naar Andel.
In de auto bespraken we wat ze in Andel kon gaan doen die ochtend:
-De plantjes in ‘De Binnenhof’ water geven
-Koffie zetten voor Ds. Dekker
-Knutselen
Met de plantjes water geven had ik beter niet kunnen wachten tot ik een hulpje daarvoor had.
We hebben ze samen in het water gezet in de hoop dat ze flink wat water op konden zuigen en ook van bovenaf heb ik ze nog flink begoten…
Maar ik ben bang dat er geen redden meer aan is…

In het Voorhofbulletin heb ik nog een loflied geschreven op alle goede zorgen voor het inrichten van ‘De Binnenhof’… en nu laat ik mijn plantjes doodgaan…
Nu is het niet zo dat ik daar écht wakker van lig, maar ik zou mijzelf niet zijn als er allerlei gedachten ontstaan over plantjes, over groeien en bloeien.
Die wil ik graag delen.
Deze eerste weken zijn bijzonder. Bijzonder mooi en bijzonder intensief.
Het was fijn om vanochtend Ds. Dekker te ontmoeten in ‘De Binnenhof’.
Het delen rondom het pastoraat was waardevol.
Ik worstel best een beetje met het gevoel dat ik niet genoeg kan doen.
Ik heb altijd nog een lijstje van mensen die ik nog zou willen bezoeken.
Er zijn altijd nog mensen met wie ik graag op korte termijn kennis wil maken.
Zoveel ‘plantjes om water te geven’.
Ik ben soms best een beetje bang dat ik iets of iemand over het hoofd zie.
Het was dubbel om Ds. Dekker hier over te spreken.
Mooi om te horen dat hij dit herkend, ook altijd met zich meedraagt.
En dus ook confronterend om te horen dat dit dus blijvend is.
De rest van de dag denk ik nog wat na over de plantjes die ik dood heb laten gaan en mijn gesprek met Ds. Dekker.
Over mijn verantwoordelijkheid en over het loslaten.
Ten diepste is het niet míjn gemeente, maar Zijn gemeente.
Hij is het die zijn schaapjes leidt, die zijn plantjes water geeft.
En ik mag míjn werk doen en door de wijngaard lopen en zien wat Hij doet.
En gelukkig hebben gemeenteleden wel een stem, in tegenstelling tot mijn plantjes.
Ik hoop dat ze ook zelf hun stem laten horen, dat ze aangeven wat ze nodig hebben.
Dat probeer ik steeds te benadrukken, maar ik wil het hier nogmaals doen.
Geef het aan als ik iets voor u of jou kan betekenen!
In het bijzonder wanneer u door een dorre, droge tijd gaat en verlangt naar water.
Ik kan het niet geven, maar we kunnen wel samen op zoek.