Blog 46 – Gastbeurten

Het is weer december…
En dan heb ik het niet over Kerst
Daar zou ik mij het liefste mee bezig houden
Maar het is december en dan gaan de preekvoorzieners voorzichtig aan de slag.
Nou ja, voorzichtig…
Er is een ongeschreven regel dat er op 2 januari gebeld kan worden voor het jaar daarna.
Dus op 2 januari 2024 kan er gebeld worden voor het jaar 2025.
Maar ik heb nu al drie preekvoorzieners gehad die voorzichtig vragen of er niet nu al afspraken gemaakt kunnen worden.
Ik kan het die preekvoorzieners niet kwalijk nemen, ik heb groot respect voor preekvoorzieners, ik zie in eigen gemeente al dat dit best een hele klus is. En dan zijn wij een gemeente mét predikant, laat staan als je al je diensten in moet vullen met gastpredikanten.

Als beginnend predikant moet je hier ook je weg in vinden.
Inmiddels werk ik met een kleurtjessysteem.
In mijn eigen preekrooster maak ik zondagen rood (dan mag ik geen dienst aannemen)…
Door schade en schande wijs geworden.
Ik kan slecht ‘nee’ zeggen, maar het is nodig.
Dit maakt dan mijn preekrooster van 2024 er al beter uitziet dan dat van 2023 en van 2022.

Het is weer december…
En ik zit dit jaar in dubio.
Want ik merk steeds vaker dat er verschillende ‘krachten aan mij trekken’.

-Allereerst natuurlijk de preekvoorzieners.
Er zijn in de omgeving (en breder ook) best heel veel gemeentes vacant.
Ik wil graag helpen, maar voor 2025 heb ik bijvoorbeeld maar 20 diensten beschikbaar als gastpredikant. Waarvan maar 6 ochtenddiensten. Die zijn zo vol. En ja, als je als gemeente alleen nog ochtenddiensten hebt, dan moet ik al snel een ‘nee’ verkopen.
Inmiddels heb ik daarom besloten dat ik niet meer naar ‘nieuwe’ gemeentes ga, maar enkel nog naar gemeentes waar ik al een band mee heb opgebouwd.

-Een andere kracht die ik ervaar is uit eigen gemeente.
Niet iedereen begrijpt waarom ik ook nog voorga als gastpredikant.
‘Is Matthea aan het bijbeunen?’ wordt er dan wel eens aan mijn man gevraagd.
Voor het geld hoef je het niet te doen, dat weten veel mensen niet. Er staat 4 uur voor een gastbeurt. Daarvan ben je er al zeker 2 uur kwijt op zondag. En dan heb je nog 2 uur over om een dienst in elkaar te zetten. Ik gebruik meestal een oude dienst, maar ook die moet je nog helemaal aanpassen qua liturgie, je preek herschrijven, opnieuw doorlezen, je gebeden aanpassen aan de context en actualiteit e.d.
Dus nee, ik ben niet aan het bijbeunen. Ik ben bevestigd als predikant, allereerst in Andel, maar ik ben niet in dienst van Andel, ik wordt betaald vanuit de landelijke kerk. Maar ik ervaar ook oprecht dat ik een bredere roeping heb, er zijn soms echt gemeentes die omhoog zitten. En daar kan ik dan lastig ‘nee’ tegen zeggen.

-De laatste kracht die ik ervaar is die uit eigen gezin.
Inmiddels heb ik dus ‘rode zondagen’, zondagen dat ik vrij ben. Maar dat is er slechts één per maand, dat betekent dat die andere zondagen voor mij vaak drukke dagen zijn. En dat vraagt wel iets van ons gezin. Dat heeft invloed op privé-afspraken, verjaardagen, maar ook op gezinsuitjes.
En dan vraag je je soms toch af of je het juiste doet…
Ik voel mij geroepen om andere gemeentes te helpen, maar ik heb thuis ook een roeping.

Alles bij elkaar zit ik dus in dubio…
Waar doe ik goed aan?

Nu klinkt dit misschien als een klaagzang, zo is het niet bedoeld…
Daarom sluit ik af met een leuke anekdote over een gastbeurt afgelopen zondagavond.

Het is zondagavond 10 december
Twee gastbeurten op één dag en tussendoor nog visite, eigenlijk kan dat niet…
Toch gedaan, want dat is ook belangrijk, maar het zorgt voor wat gehaast aan het begin van de avond.
De oudste zou met mij meegaan (dat is ook het leuke van gastbeurten, meestal neem ik dan één van de drie oudsten mee, even één-op-één tijd in de auto), dus samen scheuren we nog even langs mijn werkkamer, om de dienst te printen.
Natuurlijk werkt juist op zo’n moment de printer niet mee, maar uiteindelijk komt er dan toch een stapeltje uitrollen.
‘Hier’, ik druk het stapeltje en mijn preekmap in de handen van de oudste die naast mij zit in de auto. Hij moet eerst mijn preekmap leeghalen, de ochtenddienst eruit en daarna de vers geprinte dienst erin stoppen. In insteekhoesjes, dus steeds twee pagina’s achterstevoren op elkaar.
Het is al 18u geweest en de dienst begint om half 7. Ik rijd, hij stopt de dienst in hoesjes. Maar het is donker buiten, dus hij heeft weinig zicht. Ik rij ondertussen in een aardig tempo door over de dijk, in mijn kleine autootje, dus we hebben beide weinig plek. Door mijn preekmap heb ik te weinig ruimte om te schakelen en door mijn pook heeft hij te weinig ruimte voor de map. Af en toe licht hij bij met zijn telefoon.
Het is een lachwekkend tafereel, we kunnen er beide gelukkig om lachen.
Uiteindelijk zit alles in de map, maar dan zegt hij: ‘Ik weet niet of alles goed zit hoor, ik kan het niet zo goed zien’. Ik begin te lachen, het is wel redelijk essentieel dat alles op de goede volgorde in de map zit. Met het lichtje van zijn telefoon lopen we alles nog even door. De map eindigt met de zegen. Op hoop van zegen dan maar!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *