Soms vraag ik mij af wat een peuter meekrijgt in een dienst.
Vraag ik mij af wat onze peuter meekrijgt van mijn werk.
Vandaag kreeg ik een inkijkje…
Ik had mijn map laten slingeren en onze peuter zag haar kans schoon.
Van een afstandje keek ik wat er gebeurde.
‘Jullie moeten allemaal naar Jezus luisteren!’
Hoorde ik dat nou goed? Ik vraag haar wat ze nou zei en ze herhaalde:
‘Jullie moeten allemaal naar Jezus luisteren!’
Ondertussen kwam grote broer erbij zitten en die krijgt een opdracht:
‘Nu gaan we zingen, Jezus is de goede herder’.
Grote broer en kleine zus zetten samen in.
Ik geniet van een afstandje.
Dan komt grote zus erbij zitten en wil ook meezingen.
Maar dat bevalt de peuter niet.
‘Nee, jij mag niet meezingen’, zegt ze boos.
Mooi om te zien wat een peuter, wat onze peuter meekrijgt.
We hoeven nog maar een klein beetje te schaven aan onze peuterpredikant…
Het zou wat zijn als ik ook zo zou reageren:
‘Nee, jij mag niet meezingen’.
Blog 25 – Gratis
Bij een verhuizing hoort ook afscheid nemen van spullen.
Een aantal meubels hebben we op Marktplaats gezet.
Gratis af te halen…
Je zou zeggen, die gratis spullen zijn zo weg.
Daar leek het wel op, er zijn ook genoeg mensen die reageren.
Jammer is, dat deze mensen hun afspraken niet nakomen.
Het toppunt is toch wel de commode:
Poging 1 – Persoon 1
Heeft u de commode nog? Ja hoor. Kan ik rond 16u komen? Ja hoor.
Niemand gezien.
Poging 2 – Persoon 2
Heeft u de commode nog? Ja hoor. Kan ik vanavond komen? Ja hoor.
Niemand gezien.
Poging 3 – Persoon 2
Sorry, mijn man kon gisteren niet meer. Wilt u de commode nog ophalen?
Ja, we zijn er binnen 1,5 uur.
Niemand gezien.
Poging 4 – Persoon 2
Heeft u nog interesse? Ja, ik laat weten wanneer mijn man kan.
Zou hij in mijn combi passen?
Geen idee, dat kan ik zo niet inschatten?
Geen reactie
Poging 5 – Persoon 2
Wilt u de commode nog ophalen?
Ja, mijn man kan morgenochtend.
We zullen morgenochtend de commode buiten zetten, neem maar mee.
Niemand gezien.
Poging 6 – Persoon 3
Heeft u de commode nog? Ja, kom maar halen.
Ik kom rond 14u. Prima, ik fiets om 14.15u naar school, dus ik zet hem wel buiten.
Ik kom terug uit school, daar staat nog steeds de commode.
Niemand gezien.
Op de bouw uit ik mijn frustraties tijdens schafttijd.
Daar krijg ik te horen dat misschien het probleem wel is, dat het gratis is.
Wanneer het gratis is, wordt het ook vrijblijvend, of denken mensen dat het niets meer waard is.
Misschien moet ik nog proberen om de commode voor een klein bedragje op Marktplaats te zetten, maar eigenlijk wil ik ‘m gewoon gratis weggeven aan iemand die het goed kan gebruiken.
De boodschap die wij in de kerk hebben is ook gratis.
Gratis genade.
Nu wil ik er niet voor pleiten dat we moeten gaan betalen voor de kerk.
Maar stralen wij nog uit dat wát we hebben kostbaar is, ook al is het gratis?
Zien wij de waarde er zelf nog van in en gunnen we het daardoor aan een ander?
Of voelt het voor de ander alsof we iets ouds en waardeloos hebben en er vanaf willen?
Blog 24 – Dozen en nog een dozen
Vandaag over drie weken verhuizen we over.
Het is fijn om die datum in zicht te hebben. Ik kijk ernaar uit om niet telkens heen en weer te hoeven rijden. Het is ‘maar’ 20-25 minuten, maar vaak rijd ik twee keer op een dag naar Andel en dan ben ik op een dag toch bijna anderhalf uur kwijt aan autorijden.
We kijken er dus naar uit, we zijn blij wanneer deze intensieve weken achter de rug zijn. Carlo spendeert al zijn openstaande vrije dagen aan de verbouwing. Ondertussen doe ik in Waalwijk een poging om alvast in te pakken.
Ons ‘nieuwe’ huis is een stuk lager dan ons ‘oude’ huis en ook zijn de ruimtes anders ingedeeld, waardoor we niet alle meubels mee kunnen nemen. Voortvarend heb ik al verschillende kasten op marktplaats gezet. Maar nu leven we dus grotendeels zonder kasten en uit dozen.
Inmiddels staan op elke verdieping dozen, je wordt er niet heel vrolijk van, maar ik probeer er maar zoveel mogelijk doorheen te kijken. Helaas heeft de jongste bedacht dat het wel leuk is om de dozen op haar kamer vakkundig weer uit te laden.
Om het feest compleet te maken moeten de oudste drie precies in deze periode ook nog een boekendoos maken. Voor wie het fenomeen ‘boekendoos’ niet kent, het is een soort van boekbespreking of boekverslag, maar dan in de vorm van een schoenendoos. Je moet 10 voorwerpen verzamelen, die te maken hebben met je gelezen boek. Aan die 10 voorwerpen moeten 10 kaartjes hangen met daarop citaten uit het boek. Daarnaast moet de doos versierd worden en in de binnenkant van de deksel plak je nog een samenvatting en je mening.
Op de kast van de woonkamer prijken dus ook nog eens drie boekendozen.
Dat kan er nog wel bij in deze weken vol dozen.
Op zich vind ik de opdracht heel leuk en ik denk dat ik er vroeger zelf veel plezier aan had beleefd. Echter zijn ze hier in huis niet enthousiast te krijgen over de opdracht.
Dus werd het na een week werken en inpakken ook nog een weekend boekendozen knutselen met de kinderen.
Vol overgave probeer ik mijn enthousiasme over de opdracht over te dragen, met wisselend succes. Tijdens het werken aan de boekendozen, bedenk ik mij hoe ik een boekendoos over de Bijbel zou vullen.
-Welke 10 voorwerpen zou ik in de doos stoppen?
-Welke 10 citaten uit de Bijbel zou ik op de kaartjes schrijven?
-Hoe zou mijn samenvatting eruit zien?
-Mijn mening over de Bijbel?
Op zo’n moment vind ik het bijna jammer dat ik geen docent meer ben. Hoewel ik dus nu van dichtbij zie hoe leuke opdrachten niet persé met enthousiasme worden ontvangen.
Ik ben wel heel benieuwd hoe uw/jouw doos eruit zou zien?
Ik denk dat het veel zegt over ons geloof en onze manier van Bijbellezen.
Zelf ben ik er nog niet over uit, maar ik vind het leuk om erover na te denken.
Zo zorgt zelfs een periode van ‘dozen en nog eens dozen’ voor nieuwe inspiratie.
Blog 23 – Ontsluit mijn lippen, Heer…
Gisteren vierden we het Heilig Avondmaal in de gemeente.
Het was de eerste keer dat ik het brood mocht breken en de wijn mocht schenken.
Voor de gemeenteleden in Andel was het de eerste keer dat we het avondmaal lopend zouden vieren. Een bijzondere zondag, voor iedereen, in alle opzichten.
Rondom de kerkenraadskamer hing een bepaalde spanning.
De ouderling van dienst en ik deelden dat we beide niet zo goed hadden geslapen.
Beiden zagen we best een beetje tegen de dienst op, op tegen de woorden die we zouden gaan spreken…
Een gemeentelid, die wat meekreeg van ons gesprek, wees ons erop dat we voor elkaar Mozes en Aäron waren. Het nam wat spanning weg. Tegelijkertijd vroeg ik mij ook af wie nu van ons beiden Mozes was en wie Aäron?
Wat veel mensen wel eens verbaasd, is dat ik van nature helemaal niet zo’n spreker ben. Spreekbeurten, boekbesprekingen, presentaties, ze waren allemaal een grote straf voor mij. Ik hield er niet van om voor een groep te staan, ik hield er niet van om in de belangstelling te staan, ik hield er niet van om hardop te praten.
En ten diepste zit dat kleine verlegen meisje nog steeds ergens in mij. Nog regelmatig voel ik ergens diep in mij die angst en zou ik het liefst heel hard wegrennen of door de grond verdwijnen. Het heeft niet meer de overhand, maar het zit er nog wel.
De nacht voordat ik in 2019 de eerste keer voor mocht gaan, heb ik geen oog dicht gedaan. Maar toen ik die bekende woorden uitsprak, viel alles angst van mij af. ‘Onze hulp is in de naam van de Heer…’. Nog steeds hebben die woorden een diepe betekenis voor mij.
Deze blog heet Vurige Kolen, voor mij is het uitspreken van deze woorden aan het begin van de dienst als het moment dat Jesaja’s lippen aangeraakt worden met een kooltje. Het moment dat Jesaja kan zeggen ‘Hier ben ik’.
Of de woorden van Psalm 51, een gebed: ‘Ontsluit mijn lippen, Heer, en mijn mond zal uw lof verkondigen’.
Soms baal ik van dat kleine meisje diep van binnen, maar het zorgt er ook voor dat ik telkens weer terugval op God en zijn genade. Diep van binnen ervaar ik dat ik het niet kan, dat ik het niet wil, maar telkens weer kan ik ook niet anders.
Het predikantschap vraagt van mij dat ik mijn stem gebruik.
Dat ik mijn mond open doe, dat ik niet wegduik of wegren.
Gisteren, maar ook vandaag werd er van mij gevraagd mijn stem te gebruiken.
Deze ochtend werd ik geïnterviewd, live op Groot Nieuws Radio.
Ik wilde het niet van tevoren aankondigen, omdat ik ergens nog bang was dat ik halverwege om zou draaien, dat ik mij ziek zou melden of de woorden niet zou kunnen vinden.
Ik herken veel van Mozes die protesteert, het zouden mijn woorden kunnen zijn:
‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, maar ik ben geen goed spreker. Dat is altijd al zo geweest, en daar is geen verandering in gekomen nu u tegen mij, uw dienaar, gesproken hebt. Ik kan nooit de juiste woorden vinden’.
De bemoediging van de HEER is echter duidelijk: ‘Wie heeft de mens een mond gegeven? Wie maakt iemand stom of doof, ziende of blind? Wie anders dan ik, de HEER? Ga nu, ik zal bij je zijn als je moet spreken en je de woorden in de mond leggen.’ (Exodus 4: 10-12)
Wat kon ik anders doen dan gaan en spreken?
Matthea verloor haar geloof, vond het weer terug én is nu predikant – Groot Nieuws Radio
Blog 22 – Blokjes in je hoofd
Het is al even geleden dat ik een blog schreef…
En dat heeft een reden.
Ik merk dat ik er even niet zoveel ruimte in mijn hoofd voor heb.
Ik heb genoeg ideeën en inspiratie, maar niet de ruimte om het op te schrijven.
Carlo heeft daar een mooi beeld bij, wat bij ons thuis regelmatig terugkomt.
Hij heeft altijd al veel met computers gewerkt en daar komt dit beeld ook vandaan.
Het beeld van blokjes in je hoofd. Je opslagcapaciteit, je werkgeheugen.
Op dit moment zijn heel veel blokjes in mijn hoofd gevuld. Een nieuwe ‘baan’, een nieuw huis, een verbouwing, een aankomende verhuizing, ‘even’ een reis naar Israël tussendoor, verjaardagen, kinderfeestjes, ga nog maar even door.
En dan houd het op een gegeven moment op, dan zijn de blokjes gewoonweg vol.
U hoeft zich daarover overigens geen zorgen te maken, bij mij werkt het zo dat ik eigenlijk best goed kan blijven functioneren. Mijn werk zal er niet snel onder lijden. Het huishouden wel 🙂
In drukke periodes helpt het ons samen om even naar elkaar uit te spreken dat de blokjes in ons hoofd vol zijn, even geen druk op elkaar leggen, even wat meer meebuigen.
En dan weer met goede moed verder!
Gelukkig komt er aan deze extreem drukke periode ook een eind. En dan is het zaak om even de ruimte nemen om weer opslagruimte, weer werkgeheugen te creëren.
Blog 21 – Inburgeren
(Deze blog was nog blijven liggen voor mijn reis naar Israël, over die ervaringen later meer!)
Van 2017 tot 2020 ben ik betrokken geweest bij Vluchtelingenwerk.
Ik begeleidde een jonge moeder uit Eritrea met haar inburgering, ik was haar taalcoach maar ook maatschappelijk begeleider (helpen met de post, financiën e.d.)
Ik kijk nog steeds met gemengde gevoelens terug op deze periode. Het was ontzettend mooi en waardevol, maar toch voelde ik mij ook vaak waardeloos. Uiteindelijk ben ik gestopt met de officiële begeleiding via Vluchtelingenwerk. Uiteindelijk moesten we de conclusie trekken dat de ‘normale’ weg tot inburgering niet ging lukken. Ik ben nog een tijd bij deze jonge vrouw betrokken, maar dan ‘gewoon’ als vriendin. Uiteindelijk is ze ingeburgerd, maar niet zonder slag of stoot.
Mijn beeld over inburgeren is door mijn ervaringen (positief en negatief) door de tijd ook wel veranderd. Of inburgeren lukt of niet heeft te maken met heel veel factoren.
Uit welk land komt iemand? Heeft iemand in het land van herkomst onderwijs gevolgd? Welke taal/talen spreekt iemand? Waar komt iemand terecht? Wat voor netwerk heeft iemand?
Inburgeren in een nieuw land, een nieuw werelddeel zelfs, is natuurlijk een heel ander verhaal dan ‘inburgeren’ op een nieuwe plek in je eigen land. En toch gaat ook dat niet altijd zonder slag of stoot. Tijdens mijn opleiding hebben wij (Carlo en ik) daar ook met elkaar over gesproken. Hoe kijken we daar tegenaan? Zien we daar tegenop? Hoe zal dat voor de kinderen zijn? Krijgen we de kans om onderdeel te worden op een nieuwe plek, of blijven we altijd mensen van ‘buiten’.
Inburgeren op een nieuwe plek gaat een stuk makkelijker, wanneer je ook lid van een gemeente wordt. De ervaring dat je samen ook burgers van Gods Koninkrijk bent, geeft een andere verbinding met elkaar. Een verbinding die verder gaat dan een bloedband of geboortegrond. Het helpt ons (in het bijzonder Carlo en de kinderen) om ook in te burgeren.
Inmiddels is dat inburgeren in Andel volop begonnen. De kinderen vinden al snel hun plekje via het jeugdwerk, daar zijn we enorm dankbaar voor. Ze hebben elk hun eigen tempo, de één heeft al speelafspraakjes, de ander kijkt wat meer de kat uit de boom.
Drie weken geleden mochten we zelf ook even ervaren hoe het is om in te burgeren. Koningsdag in Andel. We waren blij met de uitnodiging, maar op de heenweg kreeg ik toch wel een beetje buikpijn van het hele idee…zit ik hier echt op te wachten?
Uiteindelijk was het een hele fijne ochtend in Andel. Uiteindelijk kon ik zelfs de conclusie trekken dat ik al aardig ingeburgerd begin te raken in Andel.
Aan het einde van onze koningsdag in Andel kreeg ik echter van Carlo te horen:
‘Jij bent een mooie…jij staat met iedereen te praten en ik stond daar maar te staan met de kinderwagen’.
Dat is dan weer iets wat ik mij niet goed realiseer, dat ik in een enorm tempo veel mensen, namen en gezichten leer kennen, maar dat dat voor Carlo nog veel meer zoeken is.
Zo gaan we ieder van ons gezin een eigen weg in het inburgeren.
Er zullen momenten zijn dat we moeten concluderen dat het niet zonder slag of stoot gaat.
Er zullen nog meer momenten komen dat we met buikpijn ergens heen gaan.
Maar bovenal heb ik het vertrouwen dat onze inburgering in Andel gaat lukken.
Vorige week fietste ik over de dijk, met de zon op mijn gezicht en de wind door mijn haar en voelde ik mij zo intens dankbaar en blij dat ik hier terecht ben gekomen!
Blog 20 – Groeien en bloeien
Deze twee weken hebben onze oudste drie kinderen meivakantie.
De meest gestelde vraag in de gemeente is: ‘Heb je ook vakantie?’
Omdat ik zelf in de week van 8-15 mei naar Israël ga én pas net begonnen ben, heb ik in deze twee weken geen vakantie. Dat betekent een leuke puzzel voor Carlo en mij. Afgelopen weekend hebben we de puzzel gelegd. Logeerpartijtjes zorgen voor de welkome afwisseling en wij zijn om beurten thuis.
Deze ochtend liep het zo dat ik een logeetje thuis ging brengen in Wijk en Aalburg en onze dochter bij hetzelfde adres op ging halen. Die mocht even mee naar Andel.
Blog 19 – Tweede paasdag – Opstaan (Stand Up Paddling)
Sportief talent bezit ik helaas niet…
Als kind heb ik geturnd, als tiener gevolleybald, voor schoolgym stond ik altijd een mager zesje. Hardlopen heb ik een tijd geprobeerd, evenals een abonnement op de sportschool, ook zonder succes. Mijn eerste keer mountainbiken eindigde in het ziekenhuis. Tot zover een indruk van mijn sportieve carrière.
Het enige waar ik wel plezier aan beleef, is aan zwemmen, dit heb ik jaren met mijn moeder gedaan totdat zij naar Amersfoort ging verhuizen.
(Een goed voornemen is om dit weer op te pakken, dus vanaf september zoek ik een zwemmaatje 😊).
Mijn broertje en zusje zijn een stuk sportiever aangelegd en de man van mijn zusje is niet minder dan een sportief talent. Wanneer we als familie iets gaan doen, komen er vaak allerlei sportieve ideeën naar boven. Ik krijg dan nogal eens de zenuwen.
Zo ook deze tweede paasdag.
Mijn zusje en haar man wonen aan het water en hebben twee SUP’s.
Voor wie niet weet wat een SUP is, het is een soort surfboard waar je op staat.
Met een paddel beweeg je jezelf vooruit, vandaar de naam Stand Up Paddling.
Nu hadden mijn zusje en haar man nog twee extra SUP’s geleend, waardoor we met zoveel mogelijk mensen tegelijk konden suppen. Het alternatief was een rondje langs de singel lopen, dan zagen we gelijk de suppers in actie.
Drie keer raden wat ik heb gedaan? Ik offerde mijzelf natuurlijk op om de kinderwagen te duwen. Totdat er halverwege gewisseld ging worden en iedereen mij begon aan te moedigen.
‘Kom op, Matthea, nu jij!’
Nu kan ik prima die aanmoedigingen langs mij heen laten glijden. Maar een deel van die aanmoedigingen kwamen van mijn eigen kinderen. En ja, wat dan…laat ik mij dan kennen?
Uiteindelijk belandde ook ik op de SUP.
Eerst op mijn knieën, want dan heb je nog een beetje balans.
Maar niet lang daarna klonken er weer aanmoedigingen.
‘Kom op, mama, nu staan!’
Helaas, er is geen bewijs van, maar ik ben gaan staan.
En ik deed maar gewoon wat degene voor mij ook deed, ik volgde het voorbeeld.
Niet voor lang, want ik was er niet op gekleed en ik zag mijzelf al in de singel belanden.
De belangrijkste SUP-les die ik kreeg was:
Wanneer er een boot aankomt, moet je op je knieën gaan zitten, want dan gaat het golven.
Op je knieën val je niet op. Daarna kun je weer gaan staan.
Dat deed mij denken aan Pasen.
We worden uitgenodigd om op te staan. Durven we dat aan?
En ook wanneer we opstaan, wanneer het Pasen is geworden, komen er nog momenten dat het gaat golven. Dan is de enige optie op je knieën vallen.
Maar daarna ook weer opstaan.
Degene die voor je uit gaat achterna.
Doe het Hem maar na.
Blog 18 – Je geloof verliezen?!
Vlak voor mijn bevestiging en intrede werd ik geïnterviewd voor het Brabants Dagblad.
Ik heb veel reacties op het interview gekregen.
Waar ik de meeste vragen over kreeg, was over deze opmerking:
‘Als ik toen daar zou zijn gaan studeren was ik het geloof wellicht kwijtgeraakt.’
In het interview zelf sprak ik volgens mij over ‘je geloof verliezen’, maar ‘je geloof kwijtraken’ is misschien nog wel beter verwoord.
Een feit is dat ik bang was dat dit zou gebeuren.
Ik was net 18 jaar, had belijdenis gedaan en was zekerder dan ooit van mijn geloof.
Achteraf is deze omweg voor mij goed geweest. De weg via de Christelijke Hogeschool ede, het docentschap, is geen ‘zonde van mijn tijd’ geweest, ook al voelt het soms wel als een omweg. Het heeft mij gevormd.
Tijdens mijn tijd in Ede is mijn geloof versterkt, maar ik had niet kunnen vermoeden dat ik later mijn geloof alsnog een tijdje kwijt zou raken.
Blog 17 – De Binnenhof als binnenkamer
Mijn eerste werkweek is achter de rug.
De eerste dagen waren toch een beetje vreemd.
Ik kom ‘De Binnenhof’ binnen en er ligt een hele dag voor mij.
Er is niemand die zegt wat ik wanneer moet doen.
Maar de dagen vullen zich vanzelf met bezoekjes, kennismaken, mensen die spontaan even binnenlopen (wees welkom!), diensten voorbereiden, mail beantwoorden enz.
Het was een mooie, maar ook intensieve week, met heel veel indrukken.
En toen was het zaterdag.
Meestal gebruik ik de zaterdagochtend om nog even de ‘puntjes op de i’ van de dienst te zetten. Daarna is het een vrije dag voor het gezin.
’s Middags hadden we een verjaardag van vrienden. Ik keek ernaar uit, even een moment van ontspanning na een eerste werkweek.
Maar dat liep even anders.