Afgelopen zaterdag hadden we een verjaardag.
In blog 17 (De Binnenhof als binnenkamer) schreef ik al eens eerder over een verjaardag.
Hoe ik daar begroet werd met de woorden ‘Ha, de dominee’!
De conclusie van die blog was, dat het voor mij soms heerlijk is als ik gewoon ergens alleen maar te hoeven ‘zijn’. Wanneer ik gewoon even Matthea mag zijn. Zonder te hoeven praten over het predikantschap, de kerk of theologie.
Nu lijkt het misschien of ik nooit over mijn werk wil praten, zo is het niet hoor.
Het hoort er ook bij, zoals ieder mens over zijn werk praat op een verjaardag, zo zal ik dat ook moeten. Maar de ene keer gaat het makkelijker dan de andere keer.
Maar afgelopen zaterdag werd ik verrast.
Mijn zwager (man van mijn zusje) vroeg mij: ‘En…heb je al eens het gevoel gehad dat je door de mand viel’.
Kijk, dat zijn nog eens vragen.
Weer eens wat anders als: ‘Zijn jullie al gewend’, ‘Hoe bevalt het’, of: ‘Moet je morgen voorgaan’?
Door de mand vallen…
Het is wel leuk om een beetje context te schetsen.
Mijn zwager is theaterdocent, -maker en regisseur.
Vanuit zijn context en werkgebied is het een hele interessante vraag.
Een vraag die ook te maken heeft met je rol.
Welke rol heb ik als predikant?
Het is een vraag waar ik zelf heel veel mee bezig ben.
In het mentoraat, maar ook in de cursus over preken die ik volg.
En dat is een lastige vraag.
Want het is geen rol die ik aanneem, zoals mij zwager spreekt over rollen.
Er is veel minder een onderscheid tussen de ‘gewone Matthea’ en ‘Matthea als predikant’.
En tegelijkertijd is dat onderscheid er wel en zijn er ook wel momenten dat het mij persoonlijk helpt dat ik die rol wél heb. Wanneer ik mijn toga aantrek, helpt het mij om ‘in mijn rol’ te stappen. Wanneer ik als predikant op bezoek ga, durf ik heel andere vragen te stellen, dan die ik uit mijzelf zou stellen.
En tegelijkertijd probeer ik bovenal mijzelf te blijven.
Terug naar die vraag:
‘En…heb je al eens het gevoel gehad dat je door de mand viel’.
Mijn antwoord was…’eigenlijk niet’.
Ik neem niet de rol aan dat ik alles weet, alles kan, alles begrijp…
Juist door daar eerlijk over te zijn, val ik ook niet door de mand.
Hoewel er best momenten zijn, waarbij ik denk: ‘Wat zeg ik nou toch?’ of: ‘Wat ben ik nou eigenlijk aan het doen?’. De woorden en handelingen moet ik mij ook nog wel eigen maken, waardoor nog niet alles vanzelf gaat of doorleefd is.
Maar dat is niet hetzelfde als het gevoel hebben dat ik door de mand val…
En wat nu als dat wel gebeurd?
Volgens het liedje van Matthijn Buwalda (ja, daar is hij weer…) is er zelfs dan nog niet zo gek veel aan de hand.