Gisteren, op 5 juli 2022, was ik 100 dagen predikant.
Kort na mijn bevestiging en intrede zette ik dit symbolische moment in mijn agenda.
Niet wetende dat er een hele wereld achter deze ‘honderd dagen zit’…
Zojuist googelde ik op ‘de eerste honderd dagen’ en daar schrok ik wel even van.
-Volgens 70% van de Amerikaanse managers vormen de eerste honderd dagen een goede voorspeller voor het succes en het verloop van iemands loopbaan…
-De eerste honderd dagen van een leider zijn cruciaal…
-Als je jouw eerste honderd dagen niet goed aanpakt, loop je het risico dat je niet goed integreert…
-Politici krijgen honderd dagen krediet van de kiezers en de media, daarna moeten ze met concrete plannen komen en eigenlijk hun eerste resultaten al hebben geboekt…
-Elke president sinds Roosevelt is na honderd dagen langs de meetlat gelegd…
Toen ik dit moment in mijn agenda zette, leek het nog zover weg.
Maar gisteren was het opeens toch zo ver.
Mijn eerste 100 dagen als predikant zijn voorbij gevlogen.
Een mooi moment om terug te kijken.
Ik geniet elke dag van het werk wat ik mag doen.
Voor het eerst in mijn leven heb ik het gevoel dat dit het werk is wat mij écht ligt.
Dat is wel fijn om te ervaren na zoveel jaar studie.
Het geeft rust.
Ik heb verschillende baantjes en banen gehad, maar ik was nooit echt tevreden.
Altijd ervaarde ik een bepaalde onrust.
En nu ervaar ik dat ik geniet.
Ik ben iemand die zich snel verveelt, maar in dit werk hoef ik mij niet te vervelen.
Geen dag is hetzelfde, geen mens is hetzelfde, geen dienst is hetzelfde.
Ik voel alle ruimte om te de ontdekken. Gods Woord, de gemeente en mijzelf.
Ik kan eigenlijk nog geen echte minpunten benoemen.
Maar als ik al die artikelen op Google moet geloven gaan die nog wel komen…
Mijn krediet schijnt nu op te zijn of te raken.
Maar al die hits op google hebben te maken met een carrière en niet met een ambt.
En af en toe heb ik het idee dat we ook het predikantschap definiëren in termen van carrière. In termen van ontwikkeling. De gemeente als een werkplek. Die je ook weer kan verlaten wanneer je een beter aanbod krijgt.
Blijf waar je bent. Ook dat is roeping.
Voor het eerst in mijn leven ben ik niet bezig met verder studeren, op zoek naar kansen om te komen waar ik wil zijn, wat ik wil doen met mijn leven.
En het is best spannend om dat los te laten.
Niet te zoeken naar een nieuwe stimulans, naar externe prikkels.
Om ook niet afhankelijk te zijn van wat mensen van mij vinden.
Nu ik misschien na honderd dagen toch langs de meetlat lig.
Ik voel mij geroepen, op deze plaats, om hier te zijn.
Ik wil geen onderscheid maken tussen wat ik doe en wie ik ben.
Dit is een plek waar ik een geestelijk volwassen leven en een geestelijk volwassen ambt mag ontwikkelen. Een heilig leven.
En dat is niet iets wat we kunnen meten na 100 dagen.
Volgende week kom ik voor de eerste keer bij elkaar met een klankbordgroep uit de gemeente. Ik heb daar over na zitten denken, wat wil ik van hen?
Ik denk dat de thematiek die ik hier beschreven heb heel belangrijk is.
Om niet met elkaar te kijken naar succes, resultaten, krediet en loopbaan.
Maar de vraag hoe ik trouw kan zijn aan mijn roeping, te blijven waar ik ben.
Hoe ik mijn doen en mijn zijn bij elkaar kan houden, te midden van alle onheiligheid die er ook is, in mijn leven en dat van de gemeente.
Hoe kunnen we met elkaar een heilig leven leiden?